De hoge raad voor werkgelegenheid publiceerde vorige week opmerkelijke cijfers rond de activiteitsgraad in België. Er blijkt vooral winst te boeken bij de jongere generatie om de activiteitsgraad te laten toenemen maar ook voor andere generaties is er werk aan de winkel. Focussen alleen op opleiden in functie van onmiddellijke inzetbaarheid volstaat echter niet langer. De link tussen technologie, ecologie, economie, en arbeidsmarkt op de jaarlijkse DAVOS meeting wijzen ons de weg naar hoe het anders kan en moet in de toekomst. In tijden waar er unanimiteit is over de urgentie van blijven leren focussen we best op 3 aspecten: combineer 1) reskillen met het inzetten op 2) adaptiviteit en vooral 3) leer het afleren aan.
Technologie en ecologie zijn twee grote drivers die direct onze economie en arbeidsmarkt grondig zullen beïnvloeden. Technologie zal de manier veranderen waarop economische activiteiten worden georganiseerd (vb het aantal mensen op de platformeconomie zoals uber-chauffeurs, Deliveroo), het type job/taak dat we gaan uitvoeren, de manier waarop we die uitvoeren (met behulp van technologie) en waar we die uitvoeren. Klimaat beïnvloedt welke economische activiteiten verder worden uitgevoerd al dan niet in functie tot verhoogde productiviteit en welke andere ‘groene’ vaardigheden nodig zijn (vb kennis over elektrische motors). De snelheid van verandering neemt toe en het samenspel tussen die drivers noopt tot meer dan reskillen alleen.
- Reskill is één piste
Er wordt voorspeld dat 2/3 van jongeren die een opleiding starten in 2016 in een job zullen terecht komen die vandaag nog niet bestaat. 133 miljoen nieuwe jobs zullen erbij komen, 75 miljoen bestaande jobs vervangen in verschillende economieën voorspelt het World Economic Forum. Het bezitten van kennis is veel minder prioritair geworden veeleer de toegang tot kennis. Een belangrijke hefboom voor die toegang zijn platformen waarop kennis op ieder moment en op ieder tijdstip toegankelijk is en dat voor iedereen. Technologie is een driver voor inclusiviteit. Vandaag zien we dat traditionele opleidingen de kloof vergroten; het democratiserend effect van huidige leersystemen schiet het doel voorbij.
Een tweede recept dat naar voor wordt geschoven is het belang van vroegtijdig instappen in alternerende systemen waarbij verschillende leeromgevingen met elkaar gecombineerd worden. Hierbij wordt een stimulans gegeven worden aan de leercultuur in ondernemingen door de aanwezigheid van leerlingen en studenten in alternerende trajecten. Er treedt vaak ‘Reverse mentoring’ op waarbij nieuwe kennis wordt binnengebracht.
- Inzetten op adaptiviteit is noodzakelijk voor inclusiviteit
De frequentie waarmee de nood aan reskillen zich zal voordoen neemt toe. Weinig aandacht wordt besteed om met die toenemende frequentie om te gaan. Een belangrijke voorwaarde echter om te reskillen is het stimuleren van adaptieve attitudes om proactief te zijn. Hoe gaan ervoor zorgen dat kassierster in de Carrefour proactief nadenkt over de toekomst? Het is hoogtijd om op die adaptiviteit in te zetten. Vooreerst omdat adaptiviteit, veeleer dan vaardigheden, een gedragsattitude is en attitudes aanleren veronderstelt een veel groter tijdspanne en andere leermethodes dan de standaardcursus. Daarnaast is het inzetten op adaptiviteit en de nood eraan ook vanuit democratisch oogpunt essentieel. Het grootste risico van de snelheid van verandering is een nog grotere kloof tussen diegenen die de verandering en bijhorende transities zelfstandig managen en diegenen waarbij het niet het geval is. Denk hierbij aan de gillet jaunes die al wekenlang protesteren.
- Afleren is de toekomst
Als bepaalde competenties of skills minder of niet meer nodig zijn is de belangrijkste vraag bovendien hoe we overbodige skills zullen identificeren maar vooral hoe zullen we skills, die voorheen als hoogste op de verlanglijst stonden, afleren. Succes bestaat er met andere woorden niet langer in om technologie te incorporeren in bestaande dienstverlening of om kennis te hebben van de laatste technologieën. Veeleer is het afleren, de kerncompetentie van de toekomst, waarbij een constante herinvulling nodig is van wat nodig is, wenselijk is, als best wordt omschreven. Dit veronderstelt het verlaten van dominante businessmodellen en bureaucratische organisaties, het multidisciplinair denken. Is het mogelijk dat online cursussen toekomstig de dominante opleidingsweg zijn? AGIL manieren van werken komen dus noodzakelijkerwijs niet enkel de wereld van dienstverlening en productieprocessen binnen maar vooral de wereld van het leren van de toekomst.
Wie neemt tijd om te leren afleren?