De kans die Corona ons biedt: drie pijlers voor een nieuw sociaal contract

 1 mei is veelal de dag om te strijden voor nieuwe verworvenheden.  Dit was nu niet anders alleen was er van vernieuwing weinig sprake. Nochtans toont de Corona crisis de drie pijlers voor een nieuw sociaal contract: 1) arbeidstijd alleen is niet langer de enige eenheid van rechtenopbouw 2) maak transities mogelijk en vereenvoudig de arbeidswetgeving   en 3)  maak een leerstatuut voor iedereen.

België en Vlaanderen kende decennia lang een sociaal contract tussen werkgevers, werknemers en overheden om de verdeling van kennis, inkomen en macht gelijk te verdelen en structurele ongelijkheden weg te werken. De crisis legt de ongelijkheden die niet of beperkt door dit sociaal contract worden afgedekt pijnlijk bloot.  Hoe zorgen we ervoor dat nieuwe maatregelen die sociale ongelijkheden niet versterken of nieuwe ongelijkheden bij creëren.

Arbeidstijd is niet de enige eenheid

Telewerken werd in 1 dag de norm. De voorbije weken werd er niet gepint, wordt er toch werk afgeleverd zonder zekerheid dat een evenveel aantal uur is gewerkt zoals contractueel vastgelegd.  Daarnaast wordt er meer dan ooit online geleerd. Leren terwijl iemand aan het werk is, is ook productief en daagt de arbeidstijd als eenheid uit. Bovendien neemt technologie ook meer en meer activiteiten en rollen binnen jobs over. De tijd die door technologie wordt opgenomen is productief maar maakt geen deel uit van een arbeidscontract waartegenover de rechten en plichten staan die ermee verbonden zijn. Het is nodig om arbeidstijd als enige eenheid van rechtenopbouw te verruimen.

Arbeidswetgeving vereenvoudigen en transities ondersteunen

Verpleegkundigen die omgeschoold worden tot intensieve zorgen, verpleegkundigen die over ziekenhuizen gedeeld worden. Niet enkel in de zorg ook in de retailsector zien we dat werknemers gedeeld worden en dat er aangepast wordt. Decathlon stelt personeel ter  beschikking aan Colruyt. Veel werknemers gaan tijdelijk, door een korte herscholing, bijspringen in andere organisaties of andere sectoren.

Waarom zou het combineren van leren en werken niet op die manier in de toekomst normaal kunnen worden over organisaties heen, over sectoren heen. De nood tot aanpassingen in de arbeidswetgeving zal na de Corona crisis nog groter worden met mogelijks een groot aantal faillissementen en werklozen.  Meer en meer zullen transities plaatsvinden en tijdelijke werkloosheid kan niet telkens een gat in de begroting slaan. Proactief leren, herstructureringen  en crisissen anticiperen  dat is wat nodig is en mogelijk moet gemaakt worden.

Van arbeidscontract naar leerstatuut

Nog lang voor de Corona crisis zagen we nieuwe types van werknemers ontstaan zoals freelancers en werknemers op de platformeconomie. De werknemers van deliveroo en de uberchauffeurs in de steden maakten geen deel uit van dit sociaal contract en genoten de voordelen er ook niet van. Ook worden veel ondersteunende maatregelen getroffen voor werknemers in loonverband of werkgevers maar wat met alle statuten die de voorbije jaren zijn ontstaan en waar veel discussie is rond geweest zoals werknemers van de platformeconomie of freelancers.

Waarom niet naar een leerstatuut gaan waar iedereen lerende is. Waar rechten ook opgebouwd worden op basis van leren, waar een leerverzekering komt in plaats van een werkloosheidsuitkering….

Belangrijk is vooral dat  het nieuw sociaal contract nu getekend wordt, en dat niet afgewacht worden tot de crisis voorbij, is bestaande ongelijkheden versterkt worden, nieuwe ongelijkheden gecreëerd worden. Een nieuw sociaal contract verdeelt en herverdeelt en maakt een nieuwe crisis onmogelijk.

 

Leave a Reply