Connecting the dots: Innovatie in onderwijs is wel een optie; maak er 2% van het totale onderwijsbudget voor vrij!

De duurtijd van driejarige bacheloropleidingen wordt door studenten met gemak 2 jaar verlengd. PISA resultaten zijn ook in dalende lijn, de auditoria aan onze universiteiten zitten overvol, er zijn onvoldoende leerkrachten voor het onderwijs. Op verschillende uitdagingen in het onderwijs is het antwoord steevast meer middelen. Nooit is innovatie een optie, hoewel de mogelijkheden voor de hand liggen. Met de krapte op de arbeidsmarkt zeker voor het veel technische profielen, staan bedrijven te springen om een actieve rol op te nemen in het aanleren van competenties. De doorstart van duaal leren in het secundair onderwijs en de interesse vanuit het hoger onderwijs is een bewijs van. Ook anders leren via beschikbare online cursussen of via VR of AR komt nagenoeg nog niet aan bod in ons onderwijssysteem, hoewel ze een geweldig instrument zijn om leren toegankelijk te maken. Op het internet kunnen kinderen bovendien zoeken volgens hun interesses en vinden ze de beste leerkrachten.. Dat er heel wat potentieel zit in een samenwerking tussen bedrijfsleven, overheid, startups, verschillende partijen, veronderstelt een andere manier van denken en een andere rol die de overheid opneemt, namelijk denken vanuit een ecosysteem waarin verschillende partijen een wisselende bijdrage leveren en elkaar versterken. Er is nood aan vernieuwing; meer dan 2% van het onderwijsbudget hebben we niet nodig. Waar wachten we op?

 

Leren vandaag?

 

Vanuit het onderwijs komt veelal een oproep naar meer middelen om iedere leerling, jongere en student optimaal voor te bereiden op de toekomst.  Hoewel er 13 miljard jaarlijks wordt geïnvesteerd in onderwijs lijkt de return  niet voor alle jongeren even hoog. Volgens OESO statistieken lijkt er nog steeds een beperkt effect van onderwijs op sociale mobiliteit. Voor veel gezinnen en jongeren is de factuur bovendien te hoog waardoor de aankoop van boeken en ander schoolmateriaal uitgesteld wordt. Extra muros activiteiten zijn dan helemaal uit den boze. Dat er hiermee dan voorstellen ofwel naar meer middelen of naar het invoeren van een maximumfactuur is niet onverwacht. Toch zorgt dit laatste niet altijd voor het verhoopte effect, integendeel, steeds maar private initiatieven worden opgezet waardoor de initieel onwenselijke ongelijke kansen versterkt worden. Het louter financiële aspect komt telkens opnieuw ter sprake; echter nooit wordt de vraag gesteld of de middelen anders kunnen aangewend worden of wordt er gezocht naar alternatieven.

Nochtans liggen twee opportuniteiten voor de hand: 1) de school of de opleidingsinstelling is niet langer DE unieke opleidingsplaats waar competenties kunnen aangeleerd worden en 2) traditioneel cursusmateriaal staat niet langer centraal. Er verschijnen wekelijks berichten over het hoog aantal openstaande vacatures, knelpunt beroepen, de nood aan STEM profielen en de vraag naar meer focus op toekomstige competenties. Waarom zou de school een exclusieve leercontext moeten blijven als er vraag is vanuit bedrijven om hier ook een rol in op te nemen en zo de kosten te delen. Via duaal leren is alvast een belangrijke weg ingeslagen maar de opportuniteiten kunnen gemaximaliseerd worden. Een tweede opportuniteit ligt in het gebruikte studiemateriaal. Het  internet en de vele online platformen bieden de beste cursussen aan die voor iedere leerling, iedere student gratis toegankelijk zijn en aangeleverd door de beste proffen wereldwijd. Wat houdt ons tegen om naast de klassieke boeken gebruik te maken van online cursussen zoals in de ons omringende landen?

 

Connecting the dots

 

Bovenstaande mogelijkheden illustreren dat er dringend nood is aan een andere manier beleid vorm geven en operationaliseren. Opleidingsverstrekkers, bedrijven, overheid, startups, kenniscentra leven niet in afzonderlijke werelden. In een netwerk van onderling afhankelijke partners ontstaan, ontwikkelen nieuwe manieren van leren. In het ecosysteemdenken wordt het opbouwen en versterken van de onderlinge relaties tussen de spelers de belangrijkste elementen om voortdurend te blijven vernieuwen. In Zwitserland zien we een dergelijk voorbeeld in het onderwijs. in het befaamde EPFL (de École Polytechnique Fédérale de Lausanne), ook wel het ’MIT van Zwitserland’ genoemd, Zwitserland heeft niet enkel een grote voorsprong in duaal leren, de gehele onderwijsvernieuwing wordt daar getrokken vanuit een start-up ecosysteem aan de EPFL.

Willen we een antwoord bieden op een steeds veranderende context dan is het hoogtijd om de verschillende partijen met elkaar in contact te brengen, vernieuwing te introduceren, te bestendigen en een nieuwe rol als overheid in het managen van ecosystemen in verschillende domeinen als leren te introduceren. Een voorbeeld hiervan zagen we alvast in de heatcase op Kanaal Z dit weekend , een duale master waarin verschillende bedrijven samen de handen in elkaar slaan met universiteiten om een opleidingstraject in cocreatie vorm te geven. Om leren in de toekomst op die manier verder vorm te geven is er GEEN EXTRA budget nodig; met 2% van het totale onderwijsbudget van 13 miljard in te zetten op dergelijke VERNIEUWINGStrajecten en partnerschappen kunnen we het leren van de toekomst vormgeven. Waar wachten we op?”

Leave a Reply